Bronnen: Radio 2 Oost Vlaanderen en HLN Regionaal (THOMAS VANDEWALLE, 27 april 2017)
Het gaat goed met de Zwalm én met het visbestand. Dat blijkt uit een grootschalig visonderzoek dat er momenteel aan de gang is. Toch kan het nog altijd beter. "Verschillende woningen en restaurants lozen hun afvalwater nog altijd in de rivier", zegt visserijbioloog Alain Dillen.
Op de diepere delen van de Zwalm wordt een bootje ingezet.
De Zwalm is een bijrivier van de Schelde en één van de belangrijkste waterlopen in de Vlaamse Ardennen. Om een zicht te krijgen op de vispopulatie voeren het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM) er deze week een grootschalig onderzoek uit.
De biologen maken gebruik van elektrovisserij, waardoor de vissen tijdelijk worden verdoofd.
De onderzoekers startten aan de monding op de grens van Welden en Nederzwalm en namen intussen al meerdere trajecten van de rivier en haar bijlopen onder de loep om morgen uiteindelijk af te ronden dicht bij de bron van de rivier in Brakel. Daarbij maken ze gebruik van elektrovisserij. "Dat is een techniek met gespecialiseerde apparatuur die de vissen in de directe omgeving van het schepnet tijdelijk verdooft", legt Pieter Boets uit. "Zo kunnen ze gemakkelijk opgeschept worden."
Van elke vis wordt bepaald welke soort het is en wordt de lengte en het gewicht gemeten. Daarna worden de vissen terug in de Zwalm gezet op de plaats waar ze werden gevangen.
"Op die manier kunnen we een duidelijk beeld krijgen van de huidige visstand, evenals de verandering in de visstand doorheen de jaren", pikt visserijbioloog Alain Dillen in. "Aan de monding viel de vangst wat tegen, maar dat heeft te maken met de scheepvaart op de Schelde en de stromingswissel. Vissen voelen zich niet goed in een dergelijke habitat. Globaal genomen stellen we echter nu al een serieuze verbetering vast van het visbestand. Zo ontdekten we al elf verschillende soorten. Dat aantal zal nog oplopen tot veertien of vijftien. Kopvoorn, riviergrondel en blankvoorn zijn de meest voorkomende. Ook de soorten waarvoor herstelprogramma's lopen, zoals beekforel en serpeling, doen het bijzonder goed. De vraag is nu of ze zich ook gaan voortplanten."
De gevangen vissen worden gemeten en gewogen.
De stijgende vispopulatie is vooral het gevolg van de vele investeringen in waterzuivering. Sinds de realisatie van een waterzuiveringsprogramma dat startte in 1989, inclusief een waterzuiveringsstation in de Bruggenhoek in Roborst, is de kwaliteit van het water flink verbeterd. Toch kan het nog altijd beter.
"Nog niet alle huizen en restaurants zijn aangesloten op een rioleringsstelsel. Zij lozen hun afvalwater nog altijd in de Zwalm", weet Dillen. "En als het waterzuiveringsstation bij hevige regenval het water niet meer kan slikken, komt het teveel aan regenwater en ongezuiverd afvalwater eveneens in de waterloop terecht." De vissen kunnen zich wel steeds meer vrij bewegen in de Zwalm. Enkel aan de Zwalmmolen moet nog een vistrap worden gecreëerd.
Onze CCF ere-voorzitter, Guido Vinck, legt alles haarfijn uit voor de luisteraars van Radio 2.